“De échte voordelen zien we pas over een jaar of vijf” - Interview met Hans Evers, Business Informatie Analist bij VGZ Zorgkantoor
Wat is jouw rol bij VGZ Zorgkantoor precies en wat drijft je om in dit domein aan de slag te zijn?
“Als business informatie analist bij Datacare – de IT-tak van VGZ – woon ik veel landelijke overleggen bij in het Wlz-domein. Ik kijk goed naar wát er op ons afkomt, hoe we dat intern moeten inpassen en hoe we landelijk een bijdrage kunnen leveren die past binnen de strategie van VGZ.”
“In het dynamische veld van de zorg liggen grote uitdagingen, en daar hou ik van. IT speelt daarnaast binnen de zorg ook steeds een grotere rol. Ik vind het mooi dat ik een bijdrage kan leveren aan het betaalbaar houden van de zorg door landelijk, en daarmee ook intern, optimale en bruikbare oplossingen te bedenken.”
Wat frustreert je in de zorg?
“Ik weet niet of het frustratie is of juist iets waar we een mooie bijdrage aan kunnen leveren. Voor mij is het in ieder geval het spanningsveld tussen de letter van de wet en de pragmatische invulling in de dagelijkse praktijk. Uitgangspunt is altijd ‘werkbaar voor iedereen en niet te bureaucratisch’.”
Wat is voor jou de essentie van het netwerkmodel? Wat motiveert jou persoonlijk om je (kostbare) tijd hierin te steken?
“Twintig jaar geleden werd het estafettemodel geïntroduceerd voor de AWBZ. Ik verwacht dan ook dat we met het netwerkmodel de infrastructuur opzetten voor de komende twintig jaar, waarbij we een aantal problemen van het huidige model oplossen met hedendaagse technologie. Door veel met elkaar in discussie te gaan, maken we betere keuzes en voorkomen we structurele fouten die later kostbaar zijn om te corrigeren. Het is mooi om een bijdrage te kunnen leveren aan een betere dienstverlening binnen de huidige tijdsgeest en mogelijkheden. In mijn ogen zijn we goed op weg.”
Welke meerwaarde heeft de ontwikkeling van het netwerkmodel voor de keten?
“De essentie is natuurlijk dat we gegevens op één plek gaan vastleggen en meervoudig gebruiken. Als onze administratieve processen eenmaal op elkaar aansluiten, gaat dat een enorme administratieve verlichting inhouden voor de gehele zorgketen. Daarnaast krijgen cliënten die dat willen veel meer inzicht en regie.”
“Ik verwacht wel dat we de komende drie, vier jaar nog zo min mogelijk zullen wijzigen in de informatie uitwisseling. Gedurende deze jaren bevinden we ons nog in een hybride
situatie waarbij deels nog gebruik gemaakt wordt van het huidige estafettemodel en deels van het nieuwe netwerkmodel. Het wordt pas echt interessant wanneer alle registers gerealiseerd zijn en door de gehele keten worden gebruikt. Dan kunnen we in gezamenlijkheid gaan onderzoeken welke mogelijkheden voor nieuwe diensten of processen dan nog meer ontwikkeld kunnen worden binnen het netwerkmodel. Ik voorzie tegen die tijd dan ook één of meerdere grote releases.”
Welke kanttekeningen zet je bij de huidige ontwikkeling naar het netwerkmodel?
“Aanvankelijk had ik kanttekeningen bij de ontwikkeling van de Bemiddelings-, Machtigings- en Cliëntregisters. Ik vond de benadering te vrijblijvend en merkte dat we steeds vastliepen in dezelfde discussies. ZIN heeft ondertussen gelukkig de regierol sterker opgepakt. De documenten worden tussentijds gedeeld, er is meer interactie en er zijn duidelijkere deadlines.”
“Hoewel we goed moeten blijven kijken of elk register een positieve businesscase oplevert, kunnen we niet meteen wonderen verwachten. De echte voordelen laten zich vermoedelijk pas over 4 of 5 jaar zien, want we kunnen de flexibiliteit van dit model pas ontsluiten als iedereen er gebruik van maakt.”
“Het mooie van dit model, is dat we informatie uit registers tot op gegevenselement niveau voor specifieke partijen kunnen ontsluiten. Ik voorzie dat we in de toekomst bijvoorbeeld ook apothekers of hulpmiddelenaanbieders via deze registers van die informatie kunnen voorzien die specifiek voldoet aan hun informatiebehoefte, terwijl de AVG via mechanismen zoals de register index en autorisatiestructuur wordt afgedekt. Dat is een krachtige formule.”